Een bijzonder monster uit het Reigerveen bij WijsterOnlangs heb ik op een mooie zonnige vrijdagochtend een bezoek gebracht aan het natuurgebied Vossenberg van ‘Het Drentse Landschap’ ten oosten van Wijster. Dit landbouwgebied is sinds het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw in bezit van deze organisatie en midden jaren negentig is een ten behoeve van de landbouw geëgaliseerd deel weer in de oude staat gebracht. Hierdoor zijn hoogteverschillen weer terug in het landschap en is een slenk (Reigerveen) ontstaan die een grote hoeveelheid water kan vasthouden Een watermonster dat ik genomen heb vlak bij de uitloop van het Reigerveen in het Linthorst-Homankanaal bleek een uitzonderlijk groot aantal sieralgen te bevatten. Het monster bevatte meer dan 60 soorten sieralgen, waaronder een aantal zeer bijzondere. Alle hieronder getoonde soorten werden (naast ruim vijftig andere soorten) in één preparaat gevonden. Naast bijvoorbeeld Staurastrum spongiosum (die in Drenthe wel vaker gevonden wordt) trof ik een aantal soorten aan die ik nog niet eerder in Drenthe heb gevonden. Van sommige (de Cosmariums) is niet eens zeker of ze al eerder beschreven zijn (zie foto’s):
|
|
Twee soorten Cosmarium (links en rechts zijn verschillende soorten) waarbij ik eerst dacht aan C. bireme, maar de papil is toch niet erg geprononceerd.
|
|
Deze Cosmarium is echt een onbekende. Hij lijkt wel iets op Cosmarium prominulum var. subundulatum uit de flora, maar er zijn genoeg verschillen.Wie heeft deze soort ook gevonden?
|
|
Closterium archerianum var. pseudocynthia lijkt op Closterium cynthia, maar heeft geen gordelbanden. Ook deze soort is nieuw voor Drenthe.
|
|
Sphaerozosma aubertianum is wel eerder in Nederland gevonden, maar is nieuw voor Drenthe. Bovendien is het nog de vraag of dit niet Sphaerozosma vertebratum is. Het porenpatroon zou de doorslag moeten geven, maar tot nu toe heb ik nog geen goede foto van een lege cel kunnen maken.
|
|
Staurastrum brachiatum is een soort die erg algemeen lijkt, maar waarschijnlijk zijn er verschillende soorten die erg op elkaar lijken. Het lijkt erop alsof de zygosporen van de meer algemene vorm afwijken van de 'echte'. De hier afgebeelde sieralg is tot nu toe alleen in twee poeltjes in de buurt van Oosterhesselen gevonden. Mijn ervaring is dat in het voorjaar (in de maanden maart en april) vaak hele leuke vondsten gedaan kunnen worden. Ik kan iedereen aanbevelen om ook eens in deze maanden op excursie te gaan. April 2011, Marien van Westen.
|