Twee cellen van Gonatozygon monotaenium. Let op de cylindrische vorm (zonder middeninsnoering) en op de iets verwijde toppen die gemarkeerd worden door enigszins uitspringende, smal afgeronde hoeken.

Celafmetingen (L x B) van de grotere cel:ca 280 x 12 µm

 

 

Sieralg van de maand
juli 2006

Gonatozygon monotaenium

Het genus Gonatozygon behoort tot een afzonderlijke familie van placoderme sieralgen (Fam. Gonatozygaceae). De cellen zijn langgerekt en niet gemakkelijk als die van een sieralg te herkennen omdat een duidelijke mediane insnijding (sinus) ontbreekt en ook de algehele morfologie uiterst simpel is. Chloroplasten (een of twee per cel) zijn plaatvormig, ofwel simpel, ofwel voorzien van een aantal lengteribben hetgeen ze in dwarsdoorsnede enigszins stervormig maakt. Onder bepaalde (minder optimale?) condities echter, nemen de chloroplasten de vorm aan van een onregelmatig gespiraliseerde band. Vaak zijn cellen aan elkaar gekit tot kortere of langere draden. Incidenteel kunnen zelfs hele netwerken worden gevormd die sterk doen denken aan die van de zygnematale draadalg Mougeotia.

Cellen van Gonatozygon monotaenium zijn langgerekt cylindrisch en gekenmerkt door een fijn gekorrelde celwand. De soort is in ons land tamelijk algemeen in matig voedselarme, licht zure tot circumneutrale wateren. Zygosporen daarentegen worden slechts zelden gevonden.

Details van de celtop in verschillend focus die duidelijk maken dat de uitspringende hoeken worden bewerkstelligd door de optische doorsnede van een ringvormige uitstulping van de celwand.

enkele onderling verbonden cellen, mouse-over mouse-over foto's © Henk Schulp

Enkele onderling verbonden cellen van G. monotaenium. Let op de fijne celwandbekorreling.


Geconjugeerde cellen van G. monotaenium met ertussenin een bolvormige, gladwandige zygospore.

 

mouse-over foto's © Alfred van Geest

Uitgebreid netwerk van G. monotaenium-draden (aangetroffen in de winter, in zeer ondiep water)

mouse-over:

Netwerk van G. monotaenium in detail. Merk op dat bij de meeste cellen de chloroplasten onregelmatig gespiraliseerd zijn (min of meer wandstandig, zoals in het genus Genicularia).