Foto © Marien van Westen
Cosmarium sphyrelatum. De semicellen bestaan uit een min of meer rechthoekig basaaldeel en een wat kleiner, eveneens rechthoekig topdeel. De apex vertoont een zwakke mediane inkeping.
Cel-afmetingen (L x B): 18 x 13 µm
C. sphyrelatum is een weinig bekende soort uit de grote groep van de kleine gladwand-Cosmaria die gemakkelijk met elkaar verward kunnen worden. De semicellen van C. sphyrelatum betsaan uit een min of meer rechthoekig basaaldeel en een wat kleiner, eveneens rechthoekig topdeel, waarbij de apex een zwakke, mediane inkeping vertoont. C. sphyrelatum lijkt veel op bepaalde vormen van C. regnellii en C. trilobulatum. Het belangrijkste kenmerk waarin hij zich onderscheidt van laatstgenoemde soorten ligt in de krachtig gescrobiculeerde celwand, vaak met een extra grote put in het centrum van de semicel, doorgaans gecombineerd met een lokale, niet-gescrobiculeerde opzwelling (Coesel 1989). In Nederland komt C. sphyrelatum verspreid voor in ondiepe, zwak zure, mesotrofe wateren, in het bijonder trilveenpoeltjes.
Literatuur:
Coesel, P.F.M., 1989. Taxonomic notes on Dutch desmids. Cryptogamie, Algologie 10: 181-193.
Foto © Marien van Westen
Foto Hanny Kooijman née Van Blokland © IBED
SEM-foto van C. sphyrelatum die een krachtig gescrobiculeerde celwand te zien geeft met in het midden van elke semicel een opvallende put.
Foto: Hanny Kooijman née Van Blokland © IBED
SEM-foto van een andere cel van C. sphyrelatum waarbij de bovenste semicel een centrale put toont in combinatie met een niet-gescrobiculeerde opzwelling, en een onderste semicel waarbij de centrale put ontbreekt, maar wel de lokale centrale verdikking is te zien.