Afwerpen van de primaire celwand


In principe bestaat de celwand bij alle sieralgen uit drie lagen: een buitenste, struktuurloze laag, een primaire laag die onder het electronenmicroscoop opgebouwd blijkt uit microfibrillen en een secundaire laag, eveneens met een microfibrillaire struktuur (Mix 1975, Brook 1981). Doorgaans zijn de verschillende lagen onder het lichtmicroscoop niet te onderscheiden. Er is echter één uitzondering, namelijk de scheiding van primaire en secundaire wand zoals die kan worden waargenomen bij de groep van de ‘echte’ sieralgen (Fam. Desmidiaceae sensu stricto), kort na de celdeling.

Bij bedoelde groep van sieralgen (die de grote meerderheid van de bekende sieralggenera omvat) zijn de na deling nieuw gevormde semicellen aanvankelijk slechts begrensd door een primaire wand. Als de primaire wand grotendeels gecompleteerd is, wordt daaronder (tussen primaire wand en protoplast) de secundaire wand aangelegd. Tegen de tijd dat deze secundaire wand volgroeid is wordt de primaire wand afgestroopt, hetgeen meestal gepaard gaat met de ruimtelijke scheiding van de twee dochtercellen.

Het afstropen van de primaire celwand kan vooral goed worden waargenomen bij geslachten die gekenmerkt worden door straklijnige cellen (dus geen diepe insnijdingen, geen uitsteeksels), zoals Cosmarium, Actinotaenium en Pleurotaenium.

 

Afwerpen van de primaire celwand bij Pleurotaenium ehrenbergii

Cel van Pleurotaenium ehrenbergii, gekarakteriseerd door cylindrische semicellen die aan de basis opgezwollen zijn (en aldus de sinus extra markeren) en aan de top voorzien zijn van een granulakrans. De chloroplast bestaat uit een aantal in de lengterichting verlopende, wandstandige banden (waarin vele pyrenoiden).

 

 

Middenregio van de cel, met een ringvormige wandverdikking bij de isthmus en diverse chloroplastbanden waarin bolvormige pyrenoiden. De semicel links van de isthmus is het laatst gevormd en nog jong, hetgeen blijkt uit het loslaten van de primaire celwand, direct links van de basale opzwelling.

 

 

Top van diezelfde jonge semicel waarbij de primaire celwand is losgelaten van de onderliggende secundaire wand, maar nog contact maakt met met de primaire wand van de jonge semicel van een zustercel.

 

 

Contactzône tussen de jonge semicellen van twee zustercellen, met verkreukelde delen van een reeds gedeeltelijk afgestroopte primaire wand.

 

 

De primaire wand is bijna geheel afgestroopt.

 

 

Volledig afgeworpen primaire wand van een jonge semicel die nog contact maakt met de gedeeltelijk afgestroopte, verkreukelde primaire wand van een zustercel.

 

Literatuur

Brook, A. 1981. The Biology of Desmids. — Blackwell, Oxford, 276 pp.

Mix, M., 1975 Die Feinstruktur der Zellwände der Conjugaten und ihre systematische Bedeutung. — Beihefte Nova Hedwigia 42: 179-194.